Australian Labradoodles
Een Australian Labradoodle is meer dan een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Door de juiste mix van meerdere rassen én meerdere generaties is de zachtaardige, leergierige en allergie vriendelijke Labradoodle ontstaan.
Er zijn drie maten:
Miniatuur (10kg)
Medium (15kg)
Standaard (vanaf 22kg)
De vacht is er in drie varianten:
Curly
Wavy fleece
Fleece
Ze komen voor in verschillende kleuren:
Wit
Cream
Golden
Abricot
Caramel
Rood
Bruin
Zwart
Alles ertussenin
Het is een gezond ras en voor het fokken zijn er strenge regels. Alle erkende Labradoodle fokhonden worden uitgebreid getest voordat ermee gefokt wordt. Het welzijn van de honden staat bovenaan.
Ze worden kleinschalig en in huiselijke sfeer gefokt, waardoor de pups in de eerste weken van hun leventje goed gesocialiseerd zijn.
Labradoodle know how
-
De eerste maanden zijn bepalend voor de rest van z’n leven
Bouw een band op zodat je pup zich veilig voelt bij jou. Hij moet nog veel leren. Alles is nieuw en spannend. Het is een grote stap om zonder mama, broertjes en zusjes in een nieuwe omgeving zijn weg te vinden. Jij speelt hierin een belangrijke rol en zult hem wegwijs maken.
De eerste dagen staan in het teken van huis, tuin en de straat verkennen
En veel knuffelen en spelen natuurlijk. Maak al een klein autoritje. Hou de eerste keren je pup op de schoot van de passagier en ga naar een leuk stukje bos waar hij even mag rennen. Maak van de eerste autoritjes leuke uitstapjes.
Laat je hond op een liefdevolle en speelse manier wennen aan de bench
Je pup zal de bench niet leuk vinden. Hij wil het liefst bij jou zijn. Maak je pup de eerste dagen moe voor je hem in de bench zet. Blijf naast de bench zitten, aai hem, stel hem gerust en blijf erbij totdat de pup slaapt. Je kan een doek over de bench hangen. Dan wordt het een holletje en ziet je pupje niet alle prikkels.
Het is geen plek om je pup in op te sluiten, maar een fijne plek waar hij tot rust kan komen. Je kan de eerste nachten naast de bench slapen om de overgang makkelijker te maken.
Bied een veilige en gestructureerde leefomgeving
Geef hem een vaste plek in huis waar hij rustig ligt en goed om zich heen kan kijken. Tot zes maanden is het ideaal om met een bench te werken. Daarna hoort een hond volledig onderdeel van je gezin te zijn en zich vrij in de leefruimte te bewegen.
Rust is belangrijk
Pups hebben de neiging om te blijven spelen en rondrennen, hoewel ze ongeveer 15 uur slaap per dag nodig hebben. Zorg ervoor dat je hond voldoende rust krijgt om alle nieuwe indrukken te verwerken.
Een pup heeft veel behoefte om te kauwen
Pupjes kunnen flink in je handen en kleren bijten. Dat hoort erbij en gaat écht over. Strooi op zo'n moment brokjes of snoepjes rond zodat hij even afgeleid is en moe wordt van het snuffelen.
Zorg voor een paar gezonde snacks waar hij flink z'n tanden in kan zetten, bijvoorbeeld gedroogd vlees.
Laat speelgoed niet de hele dag liggen
Dan blijft het niet interessant. Wissel het regelmatig om voor iets anders. Maak duidelijk aan je hond wat het verschil is tussen speelgoed en jullie schoenen.
Socialiseren van een pupje bouw je langzaam op
Neem je hondje gezellig mee als je weg gaat, maar niet teveel nieuwe prikkels in dezelfde week.
Zijn drukke schoolpleinen of voorbijrazende auto's eng? Bekijk het samen vanaf een afstandje of til hem even op. Na een paar keer zal hij eraan wennen en steeds meer ontspannen.
-
Zorg elke dag voor fysieke uitdagingen
Dat zijn meestal wandelingen. Zorg ervoor dat je pup dagelijks voldoende indrukken opdoet. Zo raakt hij energie kwijt en is hij braaf en tevreden. Probleemgedrag bij honden wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door te weinig uitdaging.
Loop niet elke dag hetzelfde rondje
Wissel af met het bos, de weilanden, de markt, het schoolplein,... Laat je hond wennen aan druk verkeer, grote mensenmassa’s, verschillende ondergronden en geluiden. Hier wordt hij zelfverzekerd van. Ga regelmatig naar een plek waar geen verkeer is, zodat je hond los kan lopen.
Vind je loslopen te spannend? Gebruik dan een flexlijn. Zo heeft je hond genoeg bewegingsruimte. Geef je hond tijdens elke wandeling ergens de gelegenheid om te snuffelen. Zijn neus is het belangrijkste zintuig.
Leer je hond volgen aan de lijn
Dat vergt geduld. Veel honden trekken aan de lijn uit enthousiasme. Wissel van richting zodra je hond trekt. Dat zorgt ervoor dat je hond ook op jou moet letten.
Bouw de duur van de wandelingen rustig op
De gewrichten van een pup kunnen nog niet zoveel hebben. Een vuistregel is de leeftijd van je hond in maanden = vijf minuutjes aan de lijn lopen. Een hond van vier maanden kan dus 20 minuutjes lopen per wandeling. Wil je langere wandelen? Til dan tussendoor je pup op of gebruik een draagzak.
Let op met balletjes en takken
Afremmen en draaien bij het pakken van de bal is slecht voor de heupen. Verder worden ze er vaak onrustig van. Gooien met takken is gevaarlijk. Ze grijpen de tak met hun bek en hierbij kan de tak verkeerd in de keel terecht komen.
Let op dat je hond binnen niet teveel uitglijdt over de gladde vloer
Dit is slecht voor z’n gewrichten (net zoals traplopen en uit de auto springen tijdens het eerste jaar). Uitglijden voorkom je door tijdelijk een antislipmat neer te leggen en door de haren onder zijn zooltjes kort te houden.
-
Speel dagelijks zoekspelletjes
Verstop zijn brokjes onder plastic bekertjes, strooi ze uit tussen z'n knuffels, op een snuffelmat of gooi ze buiten op het gras. Er zijn puzzels waarmee je je hond uitdaagt en de Kong Wobler is een leuke kegel waar je brokjes in kan stoppen.
Leer minimaal de basiscommando’s
Zit, af, blijf, poot en zo zijn er nog ontelbaar veel trucjes. Je hond moet zijn hersens gebruiken en dat is leuk en vermoeiend. Geef hem opdrachten zoals op een matje zitten, om een boom lopen of speel verstoppertje met hem. Maak een parcour in de tuin en ga samen gezellig aan de slag.
Bouw het wel rustig op. Het gaat er niet om dat je hond veel trucjes kan, maar dat jullie leuk samen bezig zijn en elkaar steeds beter aanvoelen. Jullie band zal groeien, je zult trots zijn op je hond en de hond voelt zich fijn bij jou. Beloon het goede gedrag en blijf geduldig als het niet lukt. Sluit altijd positief af. Blijf alle commando’s regelmatig herhalen.
Doe elke keer een commando voordat je je hond beloont
Laat bijvoorbeeld je hond zitten voordat je naar buiten gaat, vraag een poot voordat hij het snoepje krijgt en laat hem gaan liggen voor het eten.
Geef je hond voldoende rust
Een overprikkelde hond wordt druk. Als je merkt dat je hond zich niet meer kan concentreren, dan is het tijd om te stoppen en later verder te gaan. Beter drie keer per dag tien minuutjes oefenen dan één keer een half uur.
De socialisatie is de eerste paar maanden het allerbelangrijkste
Mentale uitdaging is in aanraking komen met nieuwe situaties. Omdat ze nog niet veel mogen lopen, kan je ze al dragend de wereld laten verkennen. Neem hem op je arm mee en laat hem kennis maken met de bus, mens en dier.
Al die indrukken zijn vermoeiend voor je hond. Na afloop zal hij tevreden in zijn mand liggen. Je hond is beter in balans als hij zelfvertrouwen heeft en dat bouw je voornamelijk in de eerste maanden van zijn leven op.
Volwassen honden moet je blijven uitdagen
Dit zal heel erg jullie band versterken. Zorg in elke nieuwe situatie dat je zelf ontspannen en rustig bent.
-
Word nooit boos als je pup in huis plast
Ze hebben nog maar een klein blaasje en kunnen het nog niet zo lang ophouden. Daarnaast weten ze ook nog niet waar ze bij jou wel en niet mogen plassen. Ze kunnen en/of weten gewoon nog niet beter.
Ga heel vaak naar buiten naar een stukje gras
Blijf op één plek staan totdat je pup geplast heeft. Beloon met “goed zo”, een aai en een brokje of koekje. Daarna ga je pas een stukje lopen. Al snel snapt je pup waarom jullie naar buiten gaan.
Na de wandeling kan je pup een half uurtje uitrusten in de bench. Als je je pup uit de bench haalt, ga dan weer als eerste naar buiten naar het gras. Wacht weer op een plasje. Dit herhaal je zo vaak mogelijk per dag. Hoe vaker je dit doet, hoe kleiner de kans op ongelukjes en hoe sneller je pup zindelijk is.
Sommige pups plassen in huis door spanning of enthousiasme
Ze zijn al zindelijk, maar in zo'n situatie hebben ze de controle nog niet over de blaasspieren. Dit gaat vanzelf over als ze wat ouder zijn.
-
Wekelijks borstelen is een must
Om hun prachtige vacht mooi te houden, moet je hem goed onderhouden. De eerste maanden gaat dit heel makkelijk omdat de puppievacht nog dun en zacht is. Deze periode moet je gebruiken om je pup te laten wennen aan het borstelen.
Kies een borstel met een zachte en een hardere kant en borstel elke week om te wennen. Ook op de moeilijk bereikbare en gevoelige plekjes, zoals oksels en buik. Vergeet de oren, voetzooltjes en het gezichtje niet aan te raken. Open ook af en toe zijn bekje, zodat hij hieraan went. Ondersteun altijd de staart als je deze borstelt.
Vind je hond het borstelen helemaal niets? Kies dan voor een leukere plek, zoals de rug. Hapt de hond naar de borstel of gromt hij naar je? Dan moet je het wennen aan het borstelen rustiger opbouwen. Het kan zijn dat je borsteltechniek nog niet zo goed is en dan doe je hem pijn.
Ga rond de leeftijd van 4 maanden naar een trimster
Zij kan alles goed voordoen en de hond kan alvast wat wennen. Daarnaast moeten rond deze leeftijd de oogjes en voetzooltjes geknipt worden.
Rond 10 maanden wisselt de hond van vacht
Langzaam maar zeker wordt de vacht voller. Juist in deze periode is de vacht zeer gevoelig voor klitten. Borstel zeker twee keer per week en zorg ervoor dat je niet alleen de bovenste laag kamt, maar goed tot op de huid, laagje voor laagje. Zorg dat je álle haren meeneemt.
Laat je Labradoodle wennen aan de waterblazer
Deze is onmisbaar. Als de vacht nat is na een bad of een wandeling in de regen, dan blaas je deze met de waterblazer droog. Als je de vacht zo laat opdrogen vergroot je de kans op enorme klitten.
Door de waterblazer te gebruiken blaas je al het stof uit de vacht. Wij adviseren om het hele jaar door minimaal één keer per week je Doodle helemaal te blazen, ook als de vacht droog is. Met de waterblazer blaas je de klitten er gedeeltelijk uit. Hoe vaker je blaast, hoe minder je hoeft te borstelen.
Knip regelmatig de haren
De haren groeien, waardoor je regelmatig de vacht moet (laten) knippen. Hiervoor kan je terecht bij een Doodle trimsalon.
Koop zelf ook een goede schaar zodat je makkelijk tussendoor de haren bij de voetzooltjes en de haren rondom de ogen kan bijknippen. Knip gerust een klit weg als je die tegenkomt tijdens het borstelen. Meestal zie je daar niets van. Labradoodles hebben een prachtige volle vacht, maar om deze mooi te houden ben je er zeker wel een uur per week mee bezig.
4 keer per jaar in bad
Leg een antislipmatje neer zodat hij niet uitglijdt. Maak z'n vacht goed nat (de eerste paar badbeurtjes was je het kopje nog niet mee, dat is te spannend voor je hond), gebruik een goede hondenshampoo en daarna een crèmespoeling voor een zachte en schone de vacht.
Vind je de vachtverzorging een serieuze klus?
Laat dan de vacht wat korter knippen, dat is makkelijker in onderhoud. Voorkom dat je hond teveel klitten heeft, dat voelt onprettig voor de hond en de frisse lucht kan niet meer goed bij de huid komen waardoor het kan gaan broeien. Er zijn veel trimsalons die workshops aanbieden om je Doodle zelf te leren knippen. Leuk om te doen en veel fijner voor je hond.